Wat zegt je intuïtie?

Fanny Bod en Guido Rijnja

‘Dit voel ik aan mijn water’. ‘Ik kan het niet helemaal onderbouwen, maar volgens mij moeten we nu echt deze kant op.’ Vertrouwen op je intuïtie: pure noodzaak of juist niet doen? En in welke situaties ontkom je er eigenlijk niet aan?

Onderbuikgevoel heeft een negatieve bijklank voor veel communicatieprofessionals. We leven in een rationele wereld en vertrouwen liever op data, big data, theorieën, analyse en modellen. Technologische mogelijkheden en managementmodellen veroorzaakten een manier van denken, die we nu ‘maakbaarheidsdenken’ noemen. Maar we merken steeds vaker dat deze manier van werken niet altijd voldoet. Vaak zijn het juist cruciale momenten waarbij het voor professioneel communiceren aankomt op het inzetten van je intuïtie. Wij hebben zelf ervaring met de volgende vier situaties:

  • Geen tijd. Soms is er geen tijd om veel te laten analyseren en komt het erop aan om snel handelen. Dat doe je dan op basis van ervaring, opgebouwde expertise en het eigen morele kompas of antenne: je politieke maatschappelijke en communicatieve intuïtie. Bij rampen is het minst geraadpleegde plan het rampenplan. Fanny maakte dit mee tijdens de start van de legionellaramp in 1999. ‘Ik zat als woordvoerder van het ministerie van VWS in vergadering met de directeuren van RIVM, GGD en Inspectie Gezondheidszorg. Ze waren terughoudend met naar buiten treden, want we wisten het nog niet zeker. ‘Gaan we dan niet meer paniek zaaien?’, vroegen ze.  Mijn intuïtie zei dat ik nu snel moest handelen. In overleg met mijn leidinggevende belde ik het NOS Journaal. Die avond opende het Journaal met een nationale waarschuwing van de Hoofdinspecteur voor de Gezondheidszorg aan mensen en zorgverleners. Op maandag waren er al ruim tien mensen overleden en waren veel mensen ziek. Als we vrijdag niet massaal hadden gecommuniceerd, was dat aantal veel hoger geweest. Achteraf pakten we zo een cruciaal communicatiemoment.’

  • Niet pluis. Soms moet je durven ingaan tegen alle protocollen en alle deskundigheid. Ouders van zieke kinderen kennen dit gevoel: nog voor artsen iets in de gaten hebben, weten ze soms al dat het niet goed gaat met hun kind. Artsen hebben geleerd om dat serieus te nemen. Lees ‘Zo hebben we het niet bedoeld’ van Jesse Frederik voor een aaneenschakeling van momenten dat ambtenaren aanvoelden dat de uitvoering van de kinderopvangtoeslag niet goed uitpakte. Iemand die niet zozeer de rationele lijn zou volgen of de politieke druk had kunnen trotseren, had misschien veel ellende kunnen voorkomen. Guido herinnert zich het ongemak van de concerndirectie van de gemeente Rotterdam bij een grote reorganisatie. ‘We krijgen niet goed door waar mensen zo tegen aanhikken’, zei de gemeentesecretaris. ‘Stel de Tijdelijke Directie Luisteren in’, heb ik toen voorgesteld. Zonder plan of wat dan ook ging een groepje trainees aan de slag. Die vonden op hun beurt die naam niks: onder de vlag ‘de Versterkers’ haalden ze in een mum van tijd allerlei beelden en verhalen op, de hielpen te doorgronden waar mensen bij de voorgenomen veranderingen behoefte aan hadden.   
  • Te complex. Soms leidt het beschikken over veel data, met vele spelers, belangen en deskundigheden juist niet tot heldere oplossingen, maar tot meer duivelse dilemma’s en lastige keuzes. Te veel weten kan ook leiden tot kramp en de neiging om eindeloos de zaken van verschillende kanten willen blijven bezien. Toen eind 2014 bleek dat de uitbetaling van de persoonsgebonden budgetten bij de SVB (Sociale Verzekeringsbank) dreigde te stagneren, viel het Fanny (op dat moment hoofd communicatie van de SVB) op dat de top van de organisatie de ernst van de situatie niet echt onder ogen wilde zien. ‘Ruim 200.000 zorgverleners zouden geen salaris ontvangen, maar ik kreeg van een betrokkene te horen: ‘Fanny, je maakt het allemaal veel te groot, het komt wel goed.’ Ik benadrukte juist dat ze er niet omheen konden om acuut de crisis uit te roepen. Uiteindelijk bleek het een crisis die maanden zou aanhouden.
  • Out of contact. Soms valt de techniek uit. Daar sta je met je PowerPoint, die altijd hielp om de touwtjes straks in handen te hebben. Guido onderging het als een bevrijding, dat hij bij een workshop besloot de techniek de techniek te laten. Onderwerp was het omgaan met weerstand en ongemak. Ik stelde de vraag om even met de buurman/vrouw een recente prangende ervaring te bespreken en aan te geven welke vraag vanmiddag beantwoord móest worden. De zaal hielp vervolgens om vraag en aanbod te matchen. Natuurlijk, bij een instructie kunnen ondersteunende beelden enorm helpen, maar de volgorde die jij hebt bedacht met je plaatjes spoort zelden precies met de denkstappen die je publiek maken. Vertrouw niet op plaatjes en kaartjes, maar op de kracht van de kennis en de mensen in de zaal. En om te beginnen wat je zelf in huis hebt, of niet! Als je vertrouwt op wat je zelf kunt, op jouw professionaliteit, sta je ontspannener voor – en tussen! – de deelnemers.

Vertrouwen op je intuïtie is spannend

Mooi zul je denken, maar stél dat het mis gaat, en je intuïtie klopte niet… Dan kun je je niet verschuilen achter data, theorieën of modellen. Dat maakt je kwetsbaar als adviseur. Maar is dat eigenlijk erg?  ‘Wie kwetsbaarheid geeft, krijgt het ook terug’, zei Brené Brown ooit (in De kracht van kwetsbaarheid, 2013). Je bent als professional zelf je belangrijkste instrument. Door ook je intuïtie te durven inzetten, geef je dat nog meer kracht.

De derde stap Spinoza noemt in zijn beroemde werk Ethica intuïtie als een hoogtepunt in je kennisontwikkeling. Het is een derde stap. Eerst is er verbeelding: wat neem je waar, met alle twijfel? Dan ga je de boel logisch beredeneren. Uiteindelijk zegt iets in jou wat nodig is: je intuïtie (bron: Jan Knol, Spinoza’s intuïtie: 2009).

Meer intuïtie?

Wij hebben hierboven vier situaties beschreven, waarin het aankomt op je intuïtie. Maar er zijn er natuurlijk veel meer! We zijn benieuwd naar ervaringen: mail contact@fannybod.com of g.rijnja@minaz.nl

Dit artikel is eerder gepubliceerd in vakblad C van Logeion.